Touring and trailing

21 juni 2016 - Ucluelet, Canada

De laatste ochtend in Victoria werden we gewekt door langsvliegende watervliegtuigjes. Vanaf 7 uur vliegen ze om de twintig minuten op en neer tussen Victoria en Vancouver. En ze stijgen op en landen vlak voor het hotel.

Na een heerlijk ontbijt en na afscheid genomen te hebben van onze ‘amazing’ receptiejuffrouw op naar onze volgende stop op Vancouver Island: Ucluelet (spreek uit: Joekloelut, met de klemtoon op de tweede lettergreep).

Victoria ligt op het zuidelijkste puntje van Vancouver Island en Ucluelet  ongeveer halverwege de westkust. Je zou dus verwachten, dat je een weg zou hebben langs de westkust, maar niets is minder waar. De kortste weg liep helemaal langs de oostkust van het eiland, dus eerst naar het noorden, een stukje langs de oostkust en dan naar het westen en zuiden. Waarschijnlijk is het door de vele inhammen in de westkust niet mogelijk of te duur om daar een weg aan te leggen. De tocht van een kleine 300 km zou ongeveer 4 uur duren, onder andere via de Trans Canada Highway. Nu denk je daarbij aan een lekkere snelweg, maar van de 300 km hebben we maar 10 km 120 km/uur mogen rijden. De rest van de weg 80 à 90 of nog langzamer. Nu moet ik zeggen dat de Canadezen rustige rijders zijn, dus deze snelheden passen wel bij de aard van het volk.

Het was een prachtige weg, veel natuurschoon, dus de relatief lage snelheid was eigenlijk geen probleem. Onderweg kom je kleine plaatsjes tegen die gedeeltelijk Engels klinkende namen hebben (Duncan, Ladysmith, Parksville), maar ook plaatsen die een Indiaanse afkomst lijken te hebben (Nanaimo, Nanoose Bay, Koksilah, Ucluelet) . Tijdens een sanitaire stop in Coombs spraken wij met een Canadese serveerster, die ons herkende als Nederlanders aan ons accent. Ze had een Nederlandse ‘opa en oma’ en vertelde dat er veel Nederlandse immigranten daar in de buurt woonden die daar in het begin van de jaren vijftig waren gekomen. Verder vertelde ze dat we nog een pittig stukje weg, met veel bochten en steile afgronden tegoed hadden. Op het ergste voorbereid gingen we weer op pad, maar het bleek nog al mee te vallen. Als je het vergelijkt met de kleine steile weggetjes van Cornwall en de haarspelden van Italië, was dit ‘a piece of cake’.

Het hotel in Ucluelet kijkt uit op de Grote Oceaan en bestaat eigenlijk uit een verzameling appartementjes. We hebben nu een grote zitkamer/keuken met bankstel, eettafel, grote flatscreen-tv boven een open haard (die je met een lichtschakelaar aan en uit zet), een aparte slaapkamer ook met een (iets kleinere) tv en een zaal van een badkamer met groot ligbad en grote doucheruimte. Zoiets hebben we nog nooit gehad. Als het appartement nu ook nog een airco zou hebben, zou het bijna volmaakt zijn. (ook de muggen zijn een minpuntje, ik heb al een bult of vijf te pakken)

Vanochtend hebben we een stuk van de ‘Wild Pacific Trail’ gelopen, een wandeling rond het uiterste puntje van het schiereiland waar Ucluelet op ligt. Het is een wandeltocht door de bossen vlak langs de oceaan, met spectaculaire vergezichten en in het midden een ‘lighthouse’ uit 1915 (een vuurtoren kun je het niet noemen: het is een huis met een lamp erbovenop). Omdat er behoorlijk steile stukjes in zaten waren onze benen na 3 km in een zodanige conditie, dat we besloten ons geplande tripje naar Tofino tot morgen te bewaren. Ook het feit dat het vandaag (mot)regent heeft bijgedragen aan het besluit er vandaag niet meer op uit te gaan.

Foto’s